Punt 15.
Punt 15 ligt op de overgang van de stuwwal van Laren naar het Eemland, midden in de dekzandgordel aan de oostzijde van deze stuwwal. Op dit punt is een ontsluiting van twee typen dekzand zichtbaar. Onderin (de donkere laag) dekzand bestaande uit een afwisseling van zandige en lemige laagjes. Bovenin (de lichtere laag) dekzand dat uitsluitend bestaande uit zand met plaatselijk enkele dunne grindlaagjes erin. Het geheel wordt afgedekt door een donker bodemprofiel. Het markante kleurverschil tussen de twee soorten dekzand vindt zijn oorzaak in verschillen in leem- en ijzergehalte. Rechts van de schep is een zogeheten polygoonstructuur zichtbaar: de verticale lichte banen in het onderste pakket.


Foto 1: Overzicht locatie ontsluiting.
Deze foto geeft een beeld van de locatie van de ontsluiting. De ontsluiting bevindt zich in de wand van een drainagebassin aan de oostzijde van de A1, vlakbij het natuurgebied Postiljon.




Foto 2: Overzicht wand met zandig dekzand op leemhoudend dekzand.
Op deze overzichtsfoto zijn, tussen de donkere bodemlaag en de afgestorte laag, twee pakketten dekzand zichtbaar. Ter hoogte van het metalen deel van de schep is een pakket leemhoudend dekzand zichtbaar. Het leemhoudend dekzand kenmerkt zich door een afwisseling van dunne lemige en zandige laagjes. De opvallende grijs-oranje kleur wordt veroorzaakt door een relatief hoog gehalte aan ijzer, dat met name in het bovenste deel geoxideerd is (roestvorming). Het leemhoudend dekzand wordt doorsneden door een polygoonstructuur en plaatselijk zijn kleine vorstwiggen aanwezig. Aan de bovengrens van het leemhoudend dekzand bevindt zich een scherpe discontinuiteit die de grens vormt met het bovenliggende dekzand (het lichtgekleurde pakket). Dit pakket bestaat uit fijn zand met plaatselijk dunne grindlaagjes. Het pakket is afgezet onder zeer koude en droge omstandigheden.




Foto 3: Detail van wand met polygoonstructuur in leemhoudend dekzand.
Deze structuur is ontstaan door krimp van de toenmalige bodem bij strenge vorst. Daarbij ontstaan scheuren die van bovenaf gezien een veelhoekig (= polygoon) patroon hebben. Waarschijnlijk is deze structuur ontstaan tijdens de zeer koude periode waarin ook het dekzand is afgezet. De ontstane scheuren zijn opgevuld met het dekzand




Foto 4: Detail van de polygoonstructuur.
De scheur snijdt dwars door het leemhoudend dekzand. Op deze foto is goed het texturele verschil tussen beide dekzandtypen zichtbaar. De grijze leemlaagjes zijn op veel plaatsen enigszins vervormd, hetgeen zichtbaar is aan de golvende, slingerende patronen. Deze vervormingen zijn ontstaan op momenten dat het dekzand verzadigd was met water, en er van bovenaf druk op werd uitgeoefend. De dunne leemlaagjes gingen toen vervloeien.




Foto 5: Detail discontinuïteit tussen dekzandpakketten.
Deze foto toont een kleine vorstwig in het leemhoudende dekzand.




Foto 6: Detail leemhoudend dekzand met dunne leemlaagjes en discontinuïteit bovenin.
Op deze foto is wederom goed de afwisseling tussen lemige en zandige laagjes in het leemhoudende dekzand te zien. Helemaal bovenin de foto is de discontinue overgang naar het opliggende leemloze dekzand zichtbaar. Voorafgaand aan of tijdens de afzetting van het leemloze dekzand is een gedeelte van het onderliggende pakket onthoofd. Dit is zichtbaar links bovenin de foto. Het bovenste grijze leemlaagje wordt hier afgesneden op de discontinuïteit, maar duikt naar rechts gaande geleidelijk dieper weg.




Foto 7: Detail leemhoudend dekzand.
De grijsgekleurde leemlaagjes worden afgewisseld door laagjes fijn zand.




Foto 8: Detail zandig dekzand met grindlaagjes.
Het zand is vlakgelaagd, wat wijst op afzetting door harde wind, een niet al te grote beschikbaarheid van zand en het ontbreken van vegetatie. Plaatselijk zijn dunne grindlaagjes zichtbaar. Deze kunnen op twee manieren zijn ontstaan. Enerzijds kunnen ze zijn ontstaan door uitblazing als gevolg van zeer harde wind, waarbij de fijne fracties werden weggeblazen en de grindfractie achterbleef. Anderzijds is het ook mogelijk dat de grindlaagjes zijn afgezet door lokale stroompjes van sneeuwsmeltwater vanaf de nabijgelegen stuwwal.