Punt 17.
Punt 17 bevindt zich iets ten noorden van het centrum van Hilversum. In de ondergrond van dit relatief vlakke gebied bevinden zich smeltwaterafzettingen die gevormd zijn in een glaciolacustrien milieu (een meer met ijssmeltwater). Aan het einde van het Saalien lag hier een meer door stagnatie van smeltwater tussen de stuwwal in het westen en de terugtrekkende ijskap in het oosten. De zone met meerafzettingen loopt van het centrum van Hilversum tot aan de noordzijde van het Mediapark.


Foto 1: Overzicht van het profiel.
De hoogte bedraagt ruim twee meter. Zichtbaar zijn, van beneden naar boven: een dikke bruinige laag (1), een dunnere lichtgekleurde laag (2), een dunne bruine laag (3) en bovenop een dikke zwarte laag (4). Dit profiel laat zich als volgt verklaren: laag 1 bestaat uit fijnzandige afzettingen met plaatselijk kleibanden. Deze afzettingen zijn in het smeltwatermeer afgezet onder rustige condities. Laag 2 bestaat uit gelaagde grove zanden met plaatselijk grind. Dit pakket is door smeltwaterstromen afgezet. Laag 3 bestaat wederom uit kleiige zanden, en is weer in een smeltwatermeer afgezet. Laag 4 is het hier ontstane bodemprofiel. Het profiel bevat een dikke eerdlaag waardoor de bodem geclassificeerd wordt als enkeerdgrond. Op deze plek is zeker gedurende enkele eeuwen akkerbouw uitgeoefend.

 



Foto 2: Kleilaag in de afzettingssequentie.
Detail van een kleilaag in het profiel. De aanwezigheid van kleilagen is een bewijs voor afzetting in (vrijwel) stilstaand water.




Foto 3: IJszandsteen.
Deze foto toont een zogeheten ijszandsteen, een vrij bijzonder fenomeen. De ijszandsteen is zichtbaar als een stuk met afwijkende, schuine, gelaagdheid boven de pen. De ijszandsteen ontstaat doordat een bevroren brok zand in de overige afzettingen wordt gedeponeerd (bijvoorbeeld vanaf een ijsschots). Als uiteindelijk het brok smelt, blijven de lagen in het brok in de positie waarin ze oorspronkelijk zijn afgezet.






Foto 4: Gedesintegreerde zwerfsteen.
De glaciaal beïnvloedde afzettingen in het Gooi bevatten talloze zwerfstenen. De zwerfsteen op deze foto, een paarse kwartsiet, is compleet uit elkaar gevallen door vorstverwering. Mogelijk komt dat doordat de steen in het water heeft gelegen, waardoor alle scheurtjes in de steen ook water bevatten. Als het water dan bevroor, kon de verwering veel sneller zijn invloed doen gelden dan bij stenen die niet in het water hebben gelegen.




Foto 5: Complexe structuur in smeltwaterafzettingen
In april 2008 had men op dezelfde plek een diepere put gegraven, waarvan de bodem tot zo'n 4 m -mv reikte. Op deze foto is zichtbaar dat zich ruim 2,5 m -mv een overgang bevindt van fijnzandige tot kleiige afzettingen, die bij de foto's 1 t/m 4 zijn besproken, naar grofzandige tot grindige, duidelijk gelaagde smeltwaterafzettingen.




Foto 6: Detail sheet flow sandrafzettingen
Plaatselijk zijn vlakgelaagde sheet flow sandrafzettingen aanwezig, op deze foto met tamelijk veel grind. Net links van het rechtopstaande omgebogen stuk betonijzer is een klein geultje zichtbaar.




Foto 7: Profiel vanaf enkeerdlaag tot in de smeltwaterafzettingen
Deze foto toont het gehele profiel met bovenin een enkeerdlaag, daaronder fijnzandige glaciolacustriene afzettingen met minimaal één kleiige inschakeling en daaronder de grove smeltwaterafzettingen. Op deze plek zijn de afzettingen plaatselijk scheef gelaagd, hetgeen kan duiden op de aanwezigheid van kleine delta's (kamemilieu, smeltwatermeer).




Foto 8: Afsnijdende pakketten smeltwaterafzettingen
Detail van het onderste deel van het profiel van foto 7. Linksboven is een zeer opvallende structuur zichtbaar. De lagen van een licht naar links hellend pakket buigen daar om naar rechtsboven. Deze structuur kan alleen verklaard worden door onderlinge beweging van afzettingspakketten, hetgeen de hypothese ondersteunt dat deze afzettingen in een kameomgeving (smeltwatermeer) zijn ontstaan. Waterverzadigde afzettingen worden relatief makkelijk instabiel bij belasting en kunnen dan gaan bewegen.




Foto 9: Complexe structuur in smeltwaterafzettingen
Enkele pakketten met scheef verlopende gelaagdheid, wederom duidend op delta-achtige smeltwaterafzettingen. Opvallend is de rijkdom aan grind, een bewijs dat het water een groot verval had en het ijs waarschijnlijk niet ver weg lag tijdens de vorming van deze afzettingen.