Punt 84.
Punt 84 ligt in het glaciale bekken van Hilversum en vertoont sterke gelijkenis met punt 79. Ook ter plaatse van punt 84 vinden we smeltwaterafzettingen uit een kamemilieu; in dit geval matig grove tot grove lichtgekleurde zanden, zonder grind. De zanden zijn vervormd door Saalien kryoturbatie. Vermoedelijk werden de zanden oorspronkelijk door een dunne laag keileem bedekt. Door de kryoturbatie is deze keileem in de vorm van druppels met het onderliggende zandpakket vermengd geraakt. Op zo'n 2,5 m -MV bevindt zich een scherpe disconformiteit. Dit is de begrenzing met de Weichselien dekzanden. Het grensvlak toont kenmerken van denudatie: een aanrijking met kleine grindjes, en daarnaast zijn enkele ondiepe geulstructuren (schaalgrootte 10-tallen cm's) waargenomen. Het dekzand bestaat hier uit een pakket leemhoudend dekzand van een kleine 1,5 meter dik (mediane korrelgrootte zandfractie tussen de 150 en 210 μm), bedekt met een pakket zandig dekzand (bovenkant verstoord) van ongeveer 1 m dik. In het leemhoudend dekzand is een duin aangetroffen.
Foto 1: Overzicht van de ontsluiting
De bouwput is zo'n 3,5 meter diep, met op ruim 2 m -MV een loopvlak. Bij het staande blauwe pijpje is al zichtbaar dat het profiel lithologisch uit twee totaal verschillende afzettingstypen bestaat. De kijkrichting is naar het NW.

Foto 2: Overzicht NO-zijde
Aan de rechterzijde is de volgende opeenvolging te zien. Onderin (tot ruim 1 m boven de putvloer), deels bedekt door afstort, grijswitte matig grove tot grove smeltwaterafzettingen. Daar bovenop horizontaal gelaagd leemhoudend dekzand, afgedekt door zandig dekzand.

Foto 3: NW-zijde met zichtbare disconformiteit
Onderin (het wandje bij de troffel) de kryoturbaat verstoorde smeltwaterafzettingen. In het achterste geprepareerde deel is zichtbaar hoe deze aan de bovenzijde discordant zijn gescheiden van het opliggende dekzand. Het tussenliggende grensvlak is een denudatievlak (Weichselien paleo-oppervlak), aangerijkt met grindpartikels.

Foto 4: Kryoturbate structuren in de NW-wand
De smeltwaterafzettingen waren oorspronkelijk waarschijnlijk bedekt met een dunne laag keileem. Aan het eind van het Saalien traden waterverzadigde condities op en ontstonden kryoturbate structuren. De keileem zakte hierbij in de vorm van druppels in het onderliggende zandpakket. Dit gebeurde in een zone ten oosten van de Hilversumse stuwwal, bij de punten 76 en 79 is dezelfde sequentie aangetroffen. De lichte kleur van de smeltwaterafzettingen is opvallend. Een mogelijke verklaring is dat de zanden tijdens het Eemien zijn uitgeloogd onder warme en vochtige condities. Een herkomst uit vroeg-Pleistocene formaties lijkt niet aannemelijk, aangezien de dichtst bijzijnde stuwwallen uit gestuwd midden-Pleistoceen (F's van Sterksel en Urk) bestaan. Het front van de kryoturbatie is te zien in het onderste deel van de foto.

Foto 5: Detail keileemdruppels in het gekryoturbeerde pakket
Twee keileemdruppels met (holtes van) kleine grindpartikels, ingezakt in de matig grove tot grove smeltwaterzanden. Tussen de keileemdruppels is de gelaagdheid van de zanden golfvormig verstoord.

Foto 6: Dekzand op smeltwaterafzettingen in de NO-wand
Detail van foto 2. Op de disconformiteit is zichtbaar hoe enkele kryoturbate structuren worden afgesneden. Dit is een aanwijzing dat de Saalien afzettingen door erosie zijn aangetast, zeer waarschijnlijk is dit tijdens het Weichselien gebeurd.

Foto 7: Horizontaal gelaagd dekzand op smeltwaterafzettingen
Onderin de door kryoturbatie golvend vervormde smeltwaterafzettingen, daar bovenop (het bruingekleurde pakket) het horizontaal gelaagde leemhoudend dekzand. Precies op de disconformiteit enkele grindpartikels.

Foto 8: Detail disconformiteit
Aan de onderzijde de relatief grove smeltwaterafzettingen, daarboven het beduidend fijnere dekzand. Aan de linkerzijde is een kleine vorstwig zichtbaar.

Foto 9: Linkerdeel van de NO-wand met onderin de disconformiteit
Deze foto is gemaakt in het linkerdeel van de NO-wand. Opvallend is dat de disconformiteit hier meer grind bevat. Het dekzand toont een licht golvende gelaagdheid.

Foto 10: Duin in leemhoudend dekzand
In het midden van de foto is een klein duin zichtbaar in het leemhoudend dekzand. Duinstructuren zijn relatief zeldzaam in het leemhoudend dekzand en tot nu toe slechts op enkele plaatsen aangetroffen.

Foto 11: Detail van het duin
In het midden van de foto opnieuw het duin. Onderin zijn op de disconformiteit een vorstwig zichtbaar (links van de troffel) en een sneeuwsmeltwatergeul (geheel rechts). De lichte banen zijn door lokale uitloging ontstaan, mogelijk a.h.v. een wortelgang.

Foto 12: Profiel van het duin

In de foto is te zien dat de top van het duin is gemigreerd van links naar rechts. De overheersende windrichting bij het ontstaan was dus W-NW; dit is in overeenstemming met de richting van Pleniglaciaal dekzandstructuren zoals elders in Nederland aangetroffen.
Foto 13: Vorstwig in het paleo-oppervlak
Links van de troffel is een kleine vorstwig zichtbaar. Dit toont aan dat het paleo-oppervlak geruime tijd aan de oppervlakte heeft gelegen. De wig is opgevuld met leemhoudend dekzand.

Foto 14: Linkerflank van het duin, met vorstbarst, mogelijk Laag van Usselo
Deze foto toont fraai de helling van het duin met meerdere pakketten leemhoudend dekzand. In het bovenste kwart van de foto is zandig dekzand zichtbaar. De diagonale lichte streep is een vorstbarst. Bovenin bij de vorstbarst zijn enkele zwarte en lichtgrijze verkleuringen zichtbaar. Waarschijnlijk zijn dit relicten van een Laag van Usselo.

Foto 15: Detail van de linkerflank van het duin
Bovenin de foto de overgang van zandig naar leemhoudend dekzand, met (restanten van) de Laag van Usselo en aan de linkerzijde de vorstbarst. In het leemhoudend dekzand zijn diverse kleinschalige deformatiestructuren zichtbaar.

Foto 16: Detail dekzandstructuren
Vooral in de leemlaagjes zijn diverse kleinschalige golfvormige structuren zichtbaar. Dit zijn ontsnappingsstructuren, ontstaan door waterverzadiging van het sediment en bevriezing, waarbij de leemlaagjes, met een lager soortelijk gewicht dan het zand, onstabiel worden en naar boven gaan vloeien. Feitelijk is dit een vorm van kryuoturbatie, echter de ontstane structuren zijn slechts op cm-schaal, dit in tegenstelling tot de structuren in de onderliggende smeltwaterafzettingen (vorige foto's), op een schaal van tientallen cm's.
