Punt 146.
Punt 146 ligt op de oostflank van de stuwwal van Blaricum-Laren. Het betreft hier een mengeling van witte en bruine zanden, die verschubd voorkomen. In de witte zanden zijn plaatselijk kleinschalige heterolithische structuren aangetroffen. In de bruine zanden is een plooistructuur zichtbaar evenals climbing ripple structuren. De strekkingsrichting bedraagt zo'n 10°, de lagen staan plaatselijk vrijwel rechtop. Op grond van de kleurverschillen tussen de afzettingen is de interpretatie is dat het gaat om gestuwde F. van Sterksel of Urk vermengd met F. van Peize/Waalre.
Foto 1: Overzicht bouwput, kijkrichting ZO
De put is ongeveer 3,5 m diep.
Foto 2: Overzicht van de NO-wand, kijkrichting O
Het profiel bestaat uit een afwisseling van bruine en witte zanden, die verschubd voorkomen.
Foto 3: Detail in de NO-wand, gelaagde en gestuwde zanden
Op deze foto is een overgang van witte (L) naar bruine (R) zanden te zien, de lagen staan verticaal. In de witte zanden zijn diverse sets te onderscheiden, waaraan te zien is dat het oorspronkelijk om fluviatiele afzettingen gaat met enige getijdeninvloed.
Foto 4: Detail in de NO-wand, gelaagde en gestuwde zanden, 2
In de witte zanden zijn door stuwing kleine breukjes ontstaan, die als zigzagvormige structuren door het zand heenlopen.
Foto 5: NO-wand, fijn gelamineerde witte zanden
Hier zijn de fijne (verticaal staande) gelaagdheid en de breukjes duidelijk te zien.
Foto 6: NO-wand, detail van heterolithische gelaagdheid
Deze detailopname toont verspreid wat zeer dunne kleiige laagjes in het zand, deze heterolithische gelaagdheid duidt op wisselende stroomsnelheden en is hier geïnterpreteerd als de invloed van getijden. Gezien de geringe dikte van de kleilaagjes moet de kustlijn op geruime afstand geweest zijn.
Foto 7: NO-wand, gemengde gestuwde bruine en witte zanden
Bruine en witte zanden komen hier in dunne pakketten naast elkaar voor.
Foto 8: NO-wand, synform in gestuwde bruine zanden
Op deze foto is te zien hoe de bruine zanden door de stuwing geplooid zijn tot een synforme structuur.
Foto 9: NO-wand, sterk geplooide bruine zanden, deels grindrijk
Deze foto toont een complexe plooi op het grensvlak van grindrijke en wat fijnere bruine zanden.
Foto 10: NO-wand, detail met climbing ripple gelaagdheid in bruine zanden
De gelaagdheid loopt van linksonder naar rechtsboven. Er zijn verschillende sets zichtbaar, in gestuwde positie.
Foto 11: Z-wand, strekkingsmeting
De laagoriëntatie is min of meer ZZW-NNO met een hellingsrichting naar het O.
Foto 12: Z-wand, strekkingsmeting, 2
De lagen staan op deze plek behoorlijk steil met een hellingshoek van bijna 90°.
Foto 13: Selectie van gevonden grindpartikels
Kwartsieten, lydiet, vuursteen en melkkwarts.